Optimale instellingen Windows 7

Deze pagina is onderdeel van het Windows 7 archief. Download eventueel ook het gratis SchoonePC e-boek voor Windows 7.

Nu Windows 7 is geïnstalleerd en de eerste basisaanpassingen zijn doorgevoerd, wordt het tijd om nog wat verbeteringen in Windows aan te brengen en waar mogelijk te optimaliseren.

Systeeminstellingen

De geavanceerde systeeminstellingen zijn bereikbaar via het onderdeel Systeem van het configuratiescherm, taak Geavanceerde systeeminstellingen.

Tabblad Systeembeveiliging

Systeemherstel (tevens toegankelijk via het configuratiescherm, onderdeel Herstel) kan bijzonder nuttig zijn wanneer het systeem op de een of andere manier in de problemen komt. De herstelgegevens worden per partitie apart opgeslagen in de verborgen systeemmap System Volume Information als zogenaamde systeemherstelpunten en kunnen met de knop Systeemherstel op elk gewenst moment worden teruggezet. Lukt het niet meer een systeemherstelpunt terug te zetten, probeer het dan eens in veilige modus. Lukt het ook dan niet, verwijder dan de geïnstalleerde beveiligingssoftware en andere op de achtergrond actieve systeemtools.

Systeemherstel heeft overigens sinds Windows Vista een handige nieuwe functionaliteit: het bijhouden van bestandsversies (ook wel schaduwkopieën genoemd). Via de Eigenschappen van een willekeurig bestand (tabblad Vorige versies) kan een gewijzigd bestand in oude staat worden hersteld op basis van de door systeemherstel aangemaakte schaduwkopieën van eerdere versies (denk bijvoorbeeld aan een Office-document waarin in het verleden gemaakte wijzigingen moeten worden teruggedraaid).

Wordt met een systeemback-up gewerkt dan is systeemherstel voor de Windows-partitie eigenlijk niet meer nodig en kan deze ruimtevretende functie net zo goed via het tabblad Systeembeveiliging, knop Configureren worden uitgeschakeld. Op de betreffende partitie wordt automatisch de map System Volume Information geleegd waardoor veel schijfruimte vrijkomt. Het is hierna niet meer mogelijk terug te keren naar een eerder gemaakt herstelpunt en/of met behulp van bestandsherstel bestanden te herstellen. Wacht dus met uitschakelen totdat Windows, drivers en software naar tevredenheid zijn geïnstalleerd en afgesteld!

LET OP: In geval van een multiboot systeem kan systeemherstel voor problemen zorgen. Schakel in zo'n situatie op beide systemen systeemherstel voor gezamenlijke gebruikte partities uit!

Tabblad Externe verbindingen

Binnen Windows 7 is het vrij eenvoudig om anderen via een internetverbinding toegang te verlenen zodat zij de besturing van het systeem op afstand kunnen overnemen. Mocht een bepaalde handeling niet lukken, dan kan iemand dat voordoen vanaf diens eigen PC door gebruik te maken van de internetverbinding. Deze persoon krijgt dan tijdelijk de volledige besturing over de PC, doe dit dus alleen met personen die te vertrouwen zijn. Wordt geen gebruik gemaakt van hulp op afstand, dan kan deze optie om veiligheidsredenen beter worden uitgeschakeld.

Tabblad Computernaam

Op dit tabblad kan de computer van een naam worden voorzien waarmee de PC in een netwerk wordt geïdentificeerd. De computernaam moet uniek zijn in het netwerk, terwijl de naam van de werkgroep juist voor elke computer gelijk moet zijn. Meer informatie over het aanleggen van een (draadloos) netwerk is elders op deze website te vinden.

Tabblad Geavanceerd

Op het tabblad Geavanceerd kunnen een groot aantal instellingen worden geoptimaliseerd. Onder de knop Instellingen bij het onderdeel Opstart- en herstelinstellingen kan de optie De computer automatisch opnieuw opstarten worden uitgeschakeld. Dit voorkomt dat Windows 7 bij problemen automatisch herstart, waardoor het mogelijk wordt eerst onderzoek naar de oorzaak te doen.

Geavanceerde systeeminstellingen

De knop Instellingen bij het onderdeel Prestaties opent het venster Instellingen voor prestaties. Één van de aanpassingsmogelijkheden in dit venster is het verminderen van de hoeveelheid visuele effecten om de systeemprestaties te verbeteren (het aanpassen van de instellingen voor visuele effecten wordt behandeld op de pagina over het aanpassen van het startmenu en het bureaublad). Op het tabblad Geavanceerd van hetzelfde venster kan met de knop Wijzigen het gebruik van het Virtueel geheugen worden aangepast. Eventueel kunnen de locatie en de omvang van het wisselbestand (ook wel pagefile genoemd) worden aangepast door de optie Wisselbestandsgrootte voor alle stations automatisch beheren te deactiveren. Gebruik voor het virtueel geheugen altijd de snelste interne schijf (de benodigde grootte van het virtueel geheugen is afhankelijk van het geheugengebruik van de gebruikte programma's). Beschikt de computer over voldoende geheugen, schakel het virtuele geheugen dan uit (in het voorbeeld is deze ingesteld op 400 MB zodat eventuele details van systeemfouten nog kunnen worden opgeslagen) om te ervaren of dat in de praktijk afdoende is. Door de Begingrootte en de Maximale grootte dezelfde waarde te geven, wordt tevens voorkomen dat het wisselbestand in omvang kan wijzigen en daardoor gefragmenteerd kan raken. Vergeet niet na elke wijziging op de knop Instellen te klikken om de aanpassingen definitief te maken. Om de wijzigingen vervolgens toe te passen, is een herstart van de PC noodzakelijk.

Het verplaatsen van de pagefile

COMPUTER VERSNELLEN MET READYBOOST

Zodra er zich een situatie voordoet waarbij gebrek is aan het snelle RAM-geheugen, wordt een gedeelte van het gebruikte geheugen weggeschreven naar het virtuele geheugen (de pagefile). Het relatief langzame virtuele geheugen op de interne schijf is niet echt bevorderlijk voor de systeemprestaties... Gelukkig is er met de optie ReadyBoost een beter alternatief voor handen in de vorm van relatief snel toegankelijk flashgeheugen (zoals een USB-stick, Compact Flash (CF)- of Secure Digital (SD)-kaart) om het systeem te versnellen. Na het aansluiten van geschikt flashgeheugen wordt automatisch gevraagd of dit geheugen gebruikt moet worden voor het versnellen van de computer. Op het tabblad ReadyBoost van de eigenschappen van het betreffende flashgeheugen kunnen de instellingen worden gewijzigd. Het weggeschreven bestand (ReadyBoost.sfcache) wordt versleuteld middels AES 128-bits encryptie zodat onbevoegden geen toegang kunnen krijgen (een extra beveiliging voor het geval het draagbare geheugen per ongeluk in de verkeerde handen belandt). Op een systeem met voldoende werkgeheugen zijn de voordelen overigens beperkt of zelfs niet eens merkbaar.


De prullenbak

De eigenschappen van de prullenbak kunnen worden ingesteld door met rechts op de prullenbak te klikken en te kiezen voor Eigenschappen. Wilt u niet elke keer hoeven bevestigen wanneer een bestand naar de prullenbak wordt gestuurd, schakel dan op tabblad Algemeen de optie Vragen om bevestiging bij verwijderen uit. Moeten bestanden en/of mappen definitief worden verwijderd (zonder dat ze eerst in de prullenbak terecht komen), hou dan de Shift-toets ingedrukt bij het deleten.

TIP: Bent u te enthousiast geweest en per ongeluk de verkeerde bestanden verwijderd? Wellicht zijn deze nog terug te halen met een recoverytool als Puran File Recovery (download: www.puransoftware.com/File-Recovery.html). Zelfs als ze reeds uit de prullenbak zijn verwijderd! Verwijderde bestanden zijn namelijk pas echt weg wanneer de daarvoor gebruikte schijfruimte door een ander bestand wordt overschreven (om te voorkomen dat een verwijderd bestand tijdens de installatie wordt overschreven, is het raadzaam de recoverytool uit voorzorg al te installeren vóórdat zich problemen voordoen…).

Toetsenbord

De standaard door Windows geïnstalleerde toetsenbordindeling Verenigde Staten (internationaal) heeft de voor velen ongewenste eigenschap dat het aanhalingsteken (' of ") pas bij een volgende toetsdruk op het scherm verschijnt. Het is een kwestie van smaak, maar velen vinden dit onhandig. Een andere toetsenbordindeling (bijvoorbeeld Verenigde Staten) is dan beter geschikt. In België wordt meestal gebruikgemaakt van de toetsenbordindeling Belgisch (punt).

Tijdens de setup van Windows werd gevraagd een van de standaard toetsenbordindelingen te kiezen (deze keuze is achteraf terug te vinden bij het onderdeel Land en taal van het configuratiescherm, tabblad Toetsenborden en talen, knop Toetsenborden wijzigen). Is er meer dan één invoertaal gedefinieerd? Dan switcht Windows van toetsenbordindeling wanneer er tegelijkertijd op de linker Alt- en de rechter Shift-toets wordt gedrukt. Deze toetscombinatie wordt regelmatig per ongeluk aangeraakt, met als gevolg dat de toetsenbordindeling (zonder daar een melding over te geven) wordt aangepast. Door de toetscombinatie nogmaals te gebruiken, wordt de standaardinstelling weer hersteld (een herstart van de computer heeft hetzelfde resultaat).

Om dergelijke problemen te voorkomen, is het wellicht beter de niet gebruikte toetsenbordindelingen uit het overzicht te verwijderen. Zorg dat de correcte toetsenbordindeling actief is (wijzig de indeling zo nodig met de toetscombinatie linker Ctrl-Shift) en open vervolgens via het configuratiescherm het onderdeel Land en taal, tabblad Toetsenborden en talen, knop Toetsenborden wijzigen. De actieve toetsenbordindeling wordt nu vet getoond, alle andere indelingen kunnen met de knop Verwijderen worden verwijderd.

Tekstservices en invoertalen (de taalbalk)

Toont het scherm cijfers terwijl u letters intoetst (bijvoorbeeld ‘123’ in plaats van ‘jkl’) dan staat de NumLock-toets nog aan. Wilt u een geluid te horen krijgen wanneer deze toets (of de CapsLock- of ScrollLock-toets) wordt ingedrukt? Open dan via het configuratiescherm het Toegankelijkheidscentrum en vink bij het onderdeel Het toetsenbord eenvoudiger in het gebruik maken de optie Wisseltoetsen inschakelen aan. Is dit niet voldoende, gebruik dan de tool Keyboard-LEDs (download: www.keyboard-leds.com) om in het systeemvak zichtbaar te maken dat een van de drie Lock-toetsen wordt ge(de)activeerd.

HET EUROTEKEN

Het -teken staat op de meeste toetsenborden op dezelfde toets als het cijfer 5 (bij Belgische AZERTY-toetsenborden de letter E). Gebruik deze toets in combinatie met de rechter Alt-toets of de toetscombinatie Ctrl-Alt om het -teken te plaatsen. Het teken kan ook worden geplaatst met het intoetsen van de code 0128 op het numerieke toetsenbord in combinatie met het ingedrukt houden van de linker Alt-toets.


AANMELDPROBLEMEN GEBRUIKERSACCOUNT IN HET WELKOMSTSCHERM

Is tijdens de setup van Windows de verkeerde toetsenbordindeling gekozen of is er nadien een ander type toetsenbord aangesloten, dan zou dat het inloggen van het gebruikersaccount via het aanmeldscherm kunnen bemoeilijken (de toetsen corresponderen dan immers niet met de getypte tekens). Heb je hier last van activeer dan via het configuratiescherm, onderdeel Land en taal, tabblad Beheer, knop Instellingen kopiëren de optie Aanmeldingscherm en systeemaccounts en rond af met de knop OK. De toetsenbordindeling van het gebruikersaccount is hierdoor ook op het aanmeldscherm van toepassing. Activeer eventueel ook de optie Nieuwe gebruikersaccounts zodat de ingestelde toetsenbordindeling ook van toepassing zal zijn op nieuw aan te maken gebruikersaccounts.


 


Geluiden en Multimedia

Bij het onderdeel Geluid van het configuratiescherm, tabblad Geluiden kan het geluidsschema worden gewijzigd of uitgeschakeld. Wordt geen gebruik gemaakt van de Windows-geluiden of worden ze als vervelend ervaren, schakel ze dan uit door bij het onderwerp Geluidsschema te kiezen voor Geen geluiden. Geluiden kunnen hier ook gedeeltelijk worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld wanneer alleen geluid gewenst is bij het opstarten en afsluiten van Windows. Het algemene volume kan worden ingesteld met het volume-icoontje in het systeemvak (dit icoontje kan overigens worden uitgeschakeld via de Eigenschappen van het systeemvak, bereikbaar met een rechter muisklik op de klok). Via de optie Mixer kan het volume ook per programma afzonderlijk worden ingesteld.

Geïnstalleerde programma's en Windows-onderdelen aanpassen

Via het configuratiescherm, onderdeel Programma's en onderdelen is te zien welke softwarepakketten er zijn geïnstalleerd. De taak Geïnstalleerde updates weergeven toont een overzicht van de geïnstalleerde Windows-updates (vermelde updates kunnen hier ook weer ongedaan worden gemaakt). Via de taak Windows-onderdelen in- of uitschakelen kunnen specifieke Windows-onderdelen worden toegevoegd of verwijderd. Controleer gelijk even de instellingen bij het onderdeel Standaardprogramma's van het configuratiescherm, onderdeel Uw standaardprogramma's instellen. Hier worden onder andere de standaard programma's voor internet, e-mail, agenda, contactpersonen, foto's en media benoemd.

Schermbeveiliging

Via het onderdeel Persoonlijke instellingen van het configuratiescherm (ook bereikbaar met een rechter muisklik op het bureaublad, Aan persoonlijke voorkeur aanpassen), optie Schermbeveiliging kan een screensaver worden ingesteld ter voorkoming van het inbranden van het scherm. De meest gewaardeerde screensaver is wellicht een diavoorstelling van de persoonlijke foto's (kies voor Foto's waarna met de knop Instellingen de afbeeldingenbibliotheek of een andere map kan worden geselecteerd). In dit venster kan ook de optie Aanmeldingsscherm weergeven bij hervatten worden aangevinkt. Deze optie zorgt ervoor dat het gebruikersaccount eerst via het aanmeldingsscherm moet worden ontgrendeld (al dan niet met een wachtwoord) wanneer de computer weer gebruikt gaat worden.

Het beeldscherm kan overigens ook worden beschermd door deze na enige tijd van inactiviteit uit te laten schakelen, dat bespaart tevens energie! Via Energiebeheer van het configuratiescherm kan een energiebeheerschema worden gekozen dat het beste bij het gebruik past. Er zijn drie voorgedefinieerde schema’s: Gebalanceerd (voor normaal gebruik), Energiebesparend (ideaal voor het sparen van de accu van een mobiel apparaat) en het aanvullende schema voor Hoge prestaties (waarbij de computer niet meer in de slaapstand wordt gezet). Via de link De schema-instellingen wijzigen kan worden ingesteld na welke periode van inactiviteit het beeldscherm uitgeschakeld moet worden. De wake-uptijd van beeldschermen is erg kort en geeft dus nauwelijks vertraging.

TIP: Is het account voorzien van een wachtwoord dan is het knap irritant wanneer na het terugkeren uit de schreensaver steeds weer opnieuw moet worden ingelogd. Door echter een vertraging in de schermbeveiliging in te bouwen, kan het vergrendelen nog met een willekeurige muisbeweging of toetsaanslag worden afgebroken. Die vertraging (maximaal 60 seconden maar 10 is ruim voldoende) kan met een registerwijziging worden ingesteld: open met de registereditor de registersleutel HKLM\SOFTWARE\Microsoft\Windows NT\CurrentVersion\Winlogon, voeg de tekenreekswaarde ScreenSaverGracePeriod toe en geef deze een waarde (maximaal 60).

Slaapstand, sluimerstand en hybride slaapstand

Er zijn drie mogelijkheden om de computer naar een energiebesparende modus te laten overschakelen: de slaapstand, de sluimerstand en de hybride slaapstand. De slaapstand is een energiebesparende modus waarbij de computer 'aan' blijft zodat deze binnen enkele seconden na activatie (door bijvoorbeeld een muisbeweging of een toetsaanslag) weer toegankelijk is. Nadeel is wel dat de (nog) niet opgeslagen gegevens verloren raken bij een stroomonderbreking. De sluimerstand zet de computer daadwerkelijk 'uit' nadat het werkgeheugen (met daarin de openstaande programma's) in het bestand C:\HIBERFIL.SYS is opgeslagen. Bij het opstarten van de computer worden de gegevens weer in het werkgeheugen geladen zodat het systeem relatief snel weer geactiveerd kan worden. In de hybride slaapstand zijn de mogelijkheden van de slaapstand en de sluimerstand gecombineerd waardoor een optimale tussenvariant ontstaat (let op: zodra de hybride slaapstand is geactiveerd, noemt Windows deze vervolgens slaapstand!). Bij de hybride slaapstand wordt het werkgeheugen weggeschreven naar de interne schijf waarna de computer in een energiebesparende modus wordt gezet. Met deze instellingen kunnen geen gegevens verloren raken, terwijl de computer wel binnen enkele seconden weer toegankelijk is! De hybride slaapstand wordt overigens niet door elk moederbord ondersteund.

Instellingen wijzigen

Via het configuratiescherm, onderdeel Energiebeheer, taak Wijzigen wanneer de computer in slaapstand gaat kan worden vastgelegd na welke periode van inactiviteit het beeldscherm moet worden uitgeschakeld en de computer in de slaapstand mag worden gezet. Via de link Geavanceerde energie-instellingen wijzigen, Slaapstand is de timer voor de sluimerstand in te stellen, en indien mogelijk ook de hybride slaapstand. Via de optie Activeringstimers toestaan kan worden vastgelegd dat de computer uit de slaap- of sluimerstand gehaald mag worden voor het uitvoeren van taken uit het onderhoudscentrum (zoals dagelijks onderhoud, beveiligingsscans e.d.). Schakel deze optie uit wanneer dit niet gewenst is (de onderhoudswerkzaamheden worden dan uitgesteld totdat de computer handmatig uit de slaapstand is gehaald).

Energiebeheer: geavanceerde instellingen voor de slaapstand en sluimerstand.

Kan de slaapstand niet worden geactiveerd dan moet deze eerst worden ingeschakeld. Start de Opdrachtprompt (Start, Alle programma's, Bureau-accessoires) met aanvullende administratorrechten (door met rechts op de snelkoppeling te klikken en te kiezen voor Als administrator uitvoeren) en geef het commando POWERCFG /HIBERNATE ON. De hybride slaapstand wordt overigens niet toegepast bij laptops omdat deze geen last hebben van onverwachte stroomonderbrekingen. Dreigt de accu van een laptop leeg te raken terwijl deze in de slaapstand staat dan wordt de slaapstand automatisch omgezet in de sluimerstand waarmee gegevensverlies wordt voorkomen. Om problemen met Windows te voorkomen is het overigens verstandig niet alleen maar gebruik te maken van de slaapstand maar de computer ook regelmatig opnieuw op te laten starten!

LET OP: Voor de geavanceerde mogelijkheden van energiebeheer is het noodzakelijk dat het moederbord ondersteuning biedt voor ACPI (Advanced Configuration and Power Interface). Controleer zo nodig de power management-opties in het BIOS (meestal toegankelijk met de Del-toets tijdens het opstarten van de computer): voor de slaapstand is minimaal S1 nodig, voor het toepassen van de hybride slaapstand gaat de voorkeur echter uit naar S3.

De uitknop wijzigen in de slaapstand-knop

Het startmenu is standaard voorzien van een uitknop waarmee Windows kan worden afgesloten. De overige opties (het wisselen van gebruiker, afmelden, vergrendelen, opnieuw starten en inschakelen van de slaapstand) zitten verborgen onder de knop met het pijltje. De functie van deze knop kan eventueel worden gewijzigd via de eigenschappen van het startmenu (klik met rechts op de startknop en kies Eigenschappen), bijvoorbeeld in de optie Slaapstand.

De knop Afsluiten in het startmenu wijzigen in een knop voor de slaapstand.

De computer kan via het menu Vergrendelen in het startmenu handmatig in de slaapstand worden gezet. Het kan echter ook door de functie van de aan-/uitknop (en eventueel de slaapstandknop) van de computer te wijzigen (via het configuratiescherm, onderdeel Energiebeheer, taak Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen) zodat de slaapstand of de sluimerstand eenvoudig via deze knop kan worden toegepast (let op: het uitzetten kan dan uitsluitend nog via het menu Vergrendelen van het startmenu!).

Aanmeldscherm bij het ontwaken uit de slaapstand

Zodra Windows uit de slaapstand ontwaakt, moet eerst het gebruikersaccount worden ontgrendeld via het aanmeldscherm, ongeacht of deze is voorzien van een wachtwoord. Deze beveiliging kan desgewenst via het onderdeel Energiebeheer worden uitgeschakeld. Kies via de taak Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen (dat pas verschijnt nadat op de link Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn is geklikt) de optie Geen wachtwoord vereisen.

Problemen bij het ontwaken uit de slaapstand

Het komt wel eens voor dat de computer niet op juiste wijze uit de slaapstand ontwaakt (waardoor bijvoorbeeld het scherm op zwart blijft). Er zijn vele mogelijke oorzaken, een eenduidige oplossing is dus niet te geven. Wellicht dat het probleem met een van de volgende tips kan worden opgelost: schakel de screensaver uit, installeer de laatst beschikbare drivers van het moederbord en de grafische kaart, deactiveer bij de power management-opties in het BIOS de optie Re-call VGA BIOS From S3 (dus niet bij UEFI) of flash in het uiterste geval het UEFI/BIOS met de laatst beschikbare versie. Schakel desnoods via Energiebeheer, optie Geavanceerde energie-instellingen wijzigen de (hybride) slaapstand uit en activeer als alternatief de sluimerstand.

Ongevraagd ontwaken uit de slaapstand

Ontwaakt de computer ongevraagd uit de slaapstand? Het apparaat of proces dat dit aanstuurt (meestal de muis of de netwerkadapter) kan worden achterhaald met het commando POWERCFG -DEVICEQUERY WAKE_ARMED (open hiervoor de Opdrachtprompt via het startmenu, Alle programma's, Bureau-accessoires). Vervolgens kan bij het energiebeheer van de veroorzaker worden vastgelegd dat deze de computer niet meer uit de slaapstand mag halen (configuratiescherm, onderdeel Apparaatbeheer, klik met rechts op het betreffende item, Eigenschappen, tabblad Energiebeheer, vink uit optie Dit apparaat mag de computer uit de slaapstand halen). Schakel bij voorkeur tevens de opties Wake on Ring en Wake on Lan uit bij de power management-opties in het UEFI/BIOS.

© 2001-2024 - - SchoonePC - Rotterdam - Privacyverklaring